Werkwoorden vervoegen
bemiddelen
Tegenwoordige tijd bemiddelen
Ik bemiddel
Jij bemiddelt
bemiddel jij?
U bemiddelt
Hij/Zij/Het bemiddelt
Wij bemiddelen
Jullie bemiddelen
Zij bemiddelen
Verleden tijd van bemiddelen
Ik bemiddelde
Jij/U bemiddelde
Hij/Zij/Het bemiddelde
Wij bemiddelden
Jullie bemiddelden
Zij bemiddelden
Voltooid deelwoord van bemiddelen
bemiddeld
Tegenwoordig deelwoord van bemiddelen
bemiddelend