Werkwoorden vervoegen
belasten
Tegenwoordige tijd belasten
Ik belast
Jij belast
belast jij?
U belast
Hij/Zij/Het belast
Wij belasten
Jullie belasten
Zij belasten
Verleden tijd van belasten
Ik belastte
Jij/U belastte
Hij/Zij/Het belastte
Wij belastten
Jullie belastten
Zij belastten
Voltooid deelwoord van belasten
belast
Tegenwoordig deelwoord van belasten
belastend