Werkwoorden vervoegen
avondmalen
Tegenwoordige tijd avondmalen
Ik avondmaal
Jij avondmaalt
avondmaal jij?
U avondmaalt
Hij/Zij/Het avondmaalt
Wij avondmalen
Jullie avondmalen
Zij avondmalen
Verleden tijd van avondmalen
Ik avondmaalde
Jij/U avondmaalde
Hij/Zij/Het avondmaalde
Wij avondmaalden
Jullie avondmaalden
Zij avondmaalden
Voltooid deelwoord van avondmalen
geavondmaald
Tegenwoordig deelwoord van avondmalen
avondmalend