Werkwoorden vervoegen
annexeren
Tegenwoordige tijd annexeren
Ik annexeer
Jij annexeert
annexeer jij?
U annexeert
Hij/Zij/Het annexeert
Wij annexeren
Jullie annexeren
Zij annexeren
Verleden tijd van annexeren
Ik annexeerde
Jij/U annexeerde
Hij/Zij/Het annexeerde
Wij annexeerden
Jullie annexeerden
Zij annexeerden
Voltooid deelwoord van annexeren
geannexeerd
Tegenwoordig deelwoord van annexeren
annexerend