Gepubliceerd op 24-02-2020

Zwaan

betekenis & definitie

Het begrip zwaan heeft 2 verschillende betekenissen:

1. zwaan - ZWAAN - 1. ZWAAN, m. (zwanen), eendachtige vogel (cygnus) met langen, dunnen hals, die 23 halswervels bevat, terwijl die der andere zwemvogels slechts uit 15 of 16 wervels bestaat; in Europa komen drie soorten van zwanen voor, die wij ook in ons land hebben, als de gewone zwaan (cygnus olor), met eene vlucht van 2,60 M, waarvan onze tamme zwaan afstamt; de wilde zwaan, (C. musicus), vlucht 2,50 M; ook deen en in Groningen hoélzwaan genoemd, en de kleine zwaan, (C. bewickii), 130 cM. geheele lengte;
— (fig.) dichter: de Agrippijnsche zwaan, Vondel; de Mantuaansche zwaan, Virgilius; de Thebaansche zwaan, Pindarus; de zwaan van Kamerrijk, Féneìon. ZWAANTJE, o. (-s).

2. zwaan - ZWAAN, v. (Zuidn.) lichtekooi.