ZIEKTESTOF, v. stof die de ziekte veroorzaakt;
...TEEKEN, o. (-s), teeken, verschijnsel eener ziekte;
...TOESTAND, m. (-en);
...VERLOF, o. (...loven), verlof wegens ziekte;
...VERLOOP, o. verloop eener ziekte;
...VERSCHIJNSEL, o. (-en);
...VERSLAG, o. (-en);
...VERZEKERINGMAATSCHAPPIJ, v. (-en), maatschappij die tijdens ziekte een zeker geldsbedrag uitkeert.