WAKER - m. (-s), oppasser, wachter; waakzame hond;
— (zeew.) regeeringsbeambte, belast met het toezicht over de ingescheepte goederen;
— (zeew.) waker, of Spaansche waker, windwijzer op een masttop;
— zeedijk onmiddellijk langs de zee.
Gepubliceerd op 06-12-2018
betekenis & definitie
WAKER - m. (-s), oppasser, wachter; waakzame hond;
— (zeew.) regeeringsbeambte, belast met het toezicht over de ingescheepte goederen;
— (zeew.) waker, of Spaansche waker, windwijzer op een masttop;
— zeedijk onmiddellijk langs de zee.
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 1.651 anderen in!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.