VRIENDSCHAP - v. hoedanigheid van, (ook) gevoel van een vriend, genegenheid; vriendschap sluiten; uit vriendschap iets doen; de vriendschap opzeggen, ophouden vrienden te zijn ;
—, (-pen), dienstbetoon: de eene vriendschap is de andere waard; iem. veel vriendschap bewijzen;
— woord waarmede men iem. aanspreekt, dien men niet kent; zeg eens, vriendschap, kunt gij mij ook zeggen waarde apotheker P. woont; (gemeenz.) (w. g.) iem. dien men niet kent: wie is die vriendschap ?