VLECHTEN - (vlocht, heeft gevlochten), kruiselings over en door elkander slaan : haar vlechten; een bloemkrans vlechten;
— papier vlechten, aangename bezigheid voor kinderen;
— teenen, manden vlechten;
— (fig.) zedenspreuken in een gesprek vlechten, ongemerkt en juist te pas er tusschen voegen. VLECHTING, v. (-en), het vlechten; het gevlochtene.