VISCHSCHUIT - v. (-en);
...SLANG v. (-en), (nat. hist.) eene groote Amerikaansche slang die van visch leeft;
...SLOEP, v. (-en);
...SMAK, v. (-ken);
...SNOER, o. (-en), vischlijn;
...SOEP, v. (-en);
...SPAAN, v. (...spanen), lepel om visch uit te scheppen;
...STAART, m. (-en), staart van een visch; (zeew.) zeker houtwerk;
...STAND, m. vischrijkdom;
...STEEN. m. (-en), versteende visch; steen met afdrukken van visch;
...STEIGER, o. (-s), steiger tot het aanleggen van visschersvaartuigen.