VERGUNNING - v. (-en), het vergunnen, gunst, verlof: vergunning vragen, geven, verleenen; van de vergunning gebruik, misbruik maken;
— toestemming, concessie : vergunning tot het verkoopen van sterken drank in 't klein;
— kleinhandel in sterken drank, tapperij ; (gemeenz.) hij heeft te veel vergunning gebruikt, hij is dronken.