Stillen - (stilde, heeft en is gestild), stil maken, tot stilte, tot rust brengen : een klein kind stillen ;
— bevredigen: zijne schuldeischers stillen; zijne nieuwsgierigheid stillen ;
— verzadigen : zijn honger, den dorst stillen;
— stelpen : het bloed stillen;
— koelen : iemands toorn, woede, zijne wraak stillen;
— stil worden, bedaren: het weer, de zee stilt. STILLING, v. het stillen.