Gepubliceerd op 02-12-2018

Stemmen

betekenis & definitie

Stemmen - (stemde, heeft gestemd, (muz.) overeenstemmen, gelijk klinken: de viool stemt niet met de piano;

— een instrument in al zijne tonen tot zuiverheid en overeenkomst brengen: eene viool stemmen; de piano een halven toon hooger stemmen;
— iem. in zekeren gemoedstoestand brengen: zulke muziek stemt mij altijd treurig, vroolijk; gestemd (opgeruimd, genegen) zijn; ik ben er niet toe gestemd ;
— de gemoederen tot rust stemmen, ze doen bedaren ;
— iem. gunstig voor eene zaak stemmen, hem door redeneeringen weten te bewegen die zaak te bevorderen ;
— zijne stem voor of tegen iets of iemand uitbrengen, beslissen: wij zullen tot stemmen overgaan; ik stem voor; met zitten en opstaan, met handopsteken stemmen.