STANG - v. (-en), staaf van metaal, hout, glas enz.: koperen, glazen stange',
— (jag.) hoofdtakken van een gewei;
— gebit aan een paardentuig ; een paard op de stang rijden, het flink den teugel doen gevoelen ;
— iem. op de stang rijden, hem streng behandelen. STANGETJE, o. (-s).