Pragmatiek - bn. bw. pragmatisch; eene pragmatieke sanctie, een staatsverdrag, door een landsheer gesloten om daarmede eene gewichtige aangelegenheid in zijne staten te regelen;
— (gesch.) de pragmatieke sanctie, het besluit dat keizer Karel VI uitvaardigde, waarbij de erfopvolging in zijn Oostenrijksche landen gewijzigd en zijne eenige dochter Maria Theresia tot zijne opvolgster werd benoemd.