Gepubliceerd op 22-11-2018

Overlaten

betekenis & definitie

Overlaten (liet over, heeft overgelaten), overig laten, laten overblijven: ge moet wat voor mij overlaten;

niets overlaten, alles nemen, alles gebruiken;
— af staan, overdoen; zijne bezittingen aan zijne schuldeischers overlaten, ze hun afstaan, zoo dat zij eenige betaling kunnen erlangen;
— iets aan iem. overlaten, opdragen, voor iets laten zorgen, iets laten behandelen of regelen: ik laat de regeling en het bestuur geheel aan u over;
— iem. aan zijn lot overlaten, niets voor hem doen, hem niet meer steunen, helpen, raden enz.;
— ik ben geheel aan mij zelf overgelaten, niemand raadt, steunt, helpt mij;
— over (iets) laten gaan, loopen, rijden enz.: niemand wordt overgelaten, niemand mag door of over.