Gepubliceerd op 22-11-2018

Optellen

betekenis & definitie

Optellen - (telde op, heeft opgeteld), samen-, bijeentellen, oprekenen : die verschillende bedragen moeten opgeteld worden;

— achter elkander opnoemen : ik zou u al die gevallen niet kunnen optellen;
— beginnen te tellen : tel op, jongen !;
— dóórtellen. OPTELLING, v. (-en), het samentellen; (rek.) die hoofdregel van de rekenkunde, welke ons de som van eenige gegeven getallen leert vinden, additie.