Opperbuik m. (-en), (ontl.) het bovendeel van den buik;
...CEREMONIEMEESTER, m. (-s), de eerste ceremoniemeester aan het hof;
...DEEL, o. (-en), bovenste deel;
...DEK, o. (-ken), (zeew.) het hoogste dek, waarop men met het tuig werkt en dat de lichtste batterij draagt.