Gepubliceerd op 01-11-2018

Ontgoochelen

betekenis & definitie

(ontgoochelde, heeft ontgoocheld), op listige wijze afhandig maken: die gauwdief heeft hem zijn geld ontgoocheld; iem. zijn illusies doen verliezen: ik zal niemand ruw ontgoochelen; door die brief was hij geheel ontgoocheld, geheel ontnuchterd, zijn illusies waren heen. ONTGOOCHELING, v. (-en), de ontnuchtering die iem. het ijdele van zijn illusies doet inzien.