(ontgoochelde, heeft ontgoocheld), op listige wijze afhandig maken: die gauwdief heeft hem zijn geld ontgoocheld; iem. zijn illusies doen verliezen: ik zal niemand ruw ontgoochelen; door die brief was hij geheel ontgoocheld, geheel ontnuchterd, zijn illusies waren heen. ONTGOOCHELING, v. (-en), de ontnuchtering die iem. het ijdele van zijn illusies doet inzien.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk