Gepubliceerd op 24-02-2020

Onderhouden

betekenis & definitie

Het begrip onderhouden heeft 3 verschillende betekenissen:

1. onderhouden - (hield onder, heeft ondergehouden), onder zich op den grond houden, verhinderen weder op te staan, of wel, in zijn bedwang, in zijne macht houden : bij het worstelen zijn tegenstander onderhouden;
— hij zette zich schrijlings op den gevelden ever, maar had moeite hem onder te houden, in bedwang houden, bedwingen;
— een stuk kurk onderhouden, onder water houden;
— onder de voeten houden of laten blijven, niet afbinden : ik zou de schaatsen nog wat onderhouden, *t is nog te vroeg om af te binden.

2. onderhouden - (onderhield, heeft onderhouden), steunen, in de levensbehoeften van iem. voorzien, verzorgen, voeden en verplegen : Jozef onderhield zijn vader en zijne broeders met brood; als eerste luitenant zag hij geen kans om zijn vrouw te onderhouden; hij heeft daar een juffertje wonen, dat door hem wordt onderhouden, gemainteneerd;
— (van troepen enz.) ze in dienst houden en voor hunne levensbehoeften zorgen : Duitschland moet eene groote troepenmacht onderhouden;
— (met God als ond.) (van al het geschapene) het in stand houden, doen voortduren, het in wezen doen blijven; inz. naar de voorstelling der Christelijke Kerk : de opperste Bestuurder van alles is God ! dezelfde God, die alle dingen geschapen heeft, alles onderhoudt en zegent!;
— ze in een goeden staat houden, ze door de noodige zorg voor verval, bederf of verwaarloozing behoeden: de tuinman komt wekelijks om mijn tuin te onderhouden; het huis is uitgewoond en werd door den vorigen bewoner ook niet onderhouden;
— in dien staat houden die in de bepaling is uitgedrukt: hij onderhoudt zijn huis heel netjes; het glimmende koperwerk werd goed onderhouden;
— in stand houden, gaande houden, doen voortduren, levendig houden: het is hier koud, maar ge hebt ook het vuur niet onderhouden; de belegeraars onderhielden een levendig vuur tegen de stad;
— onderhoudt gij het teekenen wel ?, zorgt ge wel het niet te verleeren; ik had geen tijd om de briefwisseling te onderhouden;
— die mij liefhebben en mijne geboden onderhouden, in stand houden, nakomen; geschenken onderhouden de vriendschap;
— zich onderhouden, in zijne levensbehoeften voorzien : hij onderhoudt zich met schrijfwerk; hij verdient niet genoeg om zich fatsoenlijk te onderhouden. ONDERHOUDING, v. (w. g.).

3. onderhouden - (onderhield, heeft onderhouden), een gesprek met elkander voeren: zij onderhielden zich met elkander over de politiek; zich met iem. onderhouden, een gesprek met hem voeren;
— op eene aangename manier bezighouden : het lieve kind weet u met haar vroolijk gesnap zoo aardig te onderhouden;
— iem. bezighouden door met hem een bepaald onderwerp te behandelen: ik wenschte u nog wel over sommige punten te onderhouden;
— iem. (ernstig) over iets onderhouden, hem de zaak ernstig onder het oog brengen, hem zijn afkeuring er over te kennen geven, hem met nadruk de waarheid zeggen, de les lezen. ONDERHOUDING, v. (w. g.).