Gepubliceerd op 27-09-2018

Omber (2)

betekenis & definitie

Omber o. kaartspel van Spaanschen oorsprong, dat door drie personen wordt gespeeld met een spel kaarten, waaruit de achten, negens en tienen zijn verwijderd, en dus met 40 kaarten, waarvan ieder speler er negen ontvangt, welke bij drieën worden omgegeven: omber spelen; een partijtje omber;

— m. en v. (-s), de persoon in het omberspel, tegen wien de twee andere spelers of maats spelen, en wien zij beletten moeten het vereischte getal slagen te maken. OMBERTJE, o. (-s), een ombertje spelen.

< >