Gepubliceerd op 27-09-2018

Oir

betekenis & definitie

Oir o. iemands afstammelingen, zijn nakroost in de rechte lijn; als erfgenamen in zijne rechten tredende; vooral als rechtsterm: bij ontstentenis van het mannelijk oir, uit den oudsten zoon gesproten, gaat de kroon over op diens broeders of hun mannelijk oir; (in den hoogeren stijl) ook één afstammeling.