Muntgeld o. loon voor het munten;
...GEREEDSCHAP, o. (-pen), gereedschap dat dient tot het maken van munten;
...GEZEL, m. (-len), werkman in eene munt; HAMER, m. (-s), werktuig om den stempel op de muntplaatjes te slaan;
...HERVORMING, v. (-en), hervorming in een muntstelsel;
...HUIS, o. (...huizen), muntgebouw.