Metten v. mv. (R.-K.) het eerste gedeelte van het kerkelijk breviergebed, in sommige kloosters nog te middernacht gebeden of gezongen, in andere echter tegen den morgenstond; zij kunnen ook reeds op den vooravond gebeden worden;
— (fig.) iem. de metten lezen, iem. berispen, scherp doorhalen;
— (fig.) korte metten maken, (ook) korte wetten maken, weinig omslag met iets maken, eene zaak haastig afdoen, zich niet lang bedenken.