Linnenbleek v. het bleeken, wit laten worden van het linnen; (mv. -en), grasveld waarop het linnen wordt uitgespreid om te bleeken;
...BLEEKER, m. (-s),
...BLEEKSTER, v. (-s), die het linnen bleekt;
...BOOM, m. (-en), (wev.) de onderboom in een weefgetouw voor linnen stoffen;
...DRUKKERIJ, v. het drukken van linnen of lijnwaad; (mv. -en), gebouw of plaats waar dit geschiedt;
...GOED, o. voorwerpen tot een bepaald doel van linnen vervaardigd;
...HANDEL, m.;
...HANDELAAR, m. (-s),
...HANDELAARSTER, v. (-s), die handel drijft in linnen stoffen;
...JUFFROUW, v. (-en), juffrouw belast met de zorg voor de linnenkamer;
...KAMER, v. (-s), kamer in hotels, op mailbooten, in aanzienlijke huizen enz. waar het linnen bewaard wordt;
...KAS, v. (-sen),
...KAST, v. (-en), bergplaats voor linnengoed;
...KIST, v. (-en), bergplaats voor (inz. mil.) linnengoed;
...KLOPPER, m. (-s). die het linnen door kloppen van pap en vuil reinigt;
...KOOPER, m. (-s),
...KOOPSTER, v. (-s);
...KOOPMAN, m. (...lieden);
...KRAAM, v. (...kramen), kraam, waar linnen verkocht wordt; (fig.) de geheele linnenkraam, al het linnengoed;
...MEID, v. (-en), diensbode, die belast is met de zorg voor de wasch;
...MOEDER, v. (-s), opzichtster over het linnengoed enz. (in een gesticht);
...NAAIEN, o. het maken van ondergoed;
...NAAISTER, v. (-s), die linnengoed naait of verstelt.