Gepubliceerd op 19-09-2018

Leus

betekenis & definitie

LEUS, v. LEUZE, v. (leuzen), (mil.) wachtwoord, parool;

— ken-, zinspreuk (van een geslacht); devies (in een wapen);
kenteeken (ter aanduiding van de staatspartij, waartoe men behoort):
iets dat alle dagen te pas komt: geld is de leus, zonder geld vermag men niets;
— (fig.) iets voor de leus doen, voor den schijn.