Gepubliceerd op 24-02-2020

Koppel

betekenis & definitie

Het begrip koppel heeft 2 verschillende betekenissen:

1. koppel - KOPPEL, o. (-s), een paar, een tweetal dat bijeenhoort, een stel: een koppel duiven, een doffer en een wijfje;
— een koppel molensteenen een ligger en een looper;
— een koppel krachten, een stelsel van twee gelijke en evenwijdige krachten, die in tegengestelde richting werken;
— (w. g.) ten gelukkig koppel, echtpaar.

2. koppel - KOPPEL, m. (-s), koppelband; degenkoppel;
— troep, hoop, menigte, kudde een koppel patrijzen; er was in een oogenblik een groote koppel volk bijeen; de rundertyphus is uitgebroken onder een koppel in de gemeente A.;
— zij stonden op een koppel, op een hoop. KOPPELTJE, o. (-s).