Gepubliceerd op 13-09-2018

Koesteren

betekenis & definitie

(koesterde, heeft gekoesterd), verwarmen: de zon koestert het aardrijk met hare stralen; de koesterende stralen der zon; zich bij het vuur, zich in de zon koesteren;

liefderijk verzorgen, verplegen, oppassen: zij koestert haar kind;
—(fig.) hoop, wantrouwen koesteren, voeden;
— booze gedachten koesteren, hebben;
— haat tegen iemand koesteren; het voornemen koesteren; eene slang, eene adder aan zijn boezem koesteren, zie adder. KOESTERING, v. (-en), het koesteren.