Gepubliceerd op 13-09-2018

Kneden

betekenis & definitie

(kneedde, heeft gekneed), drukkend dooreenmengen of werken: deeg kneden, klei kneden;

— (fig.) het lichaam kneden, kastijden, door overdreven godsdienstijver; (ook) bij massage, door knijpen den bloedstroom in en bij de huid versterken;
— (fig.) verteederen, vermurwen: die prediker weet de harten zijner toehoorders als was te kneden. KNEDING, v. (-en), het kneden; (fig.) (w.g.) lichaamskastijding.