KNAGEN, (knaagde, heeft geknaagd), met de voorste tanden afbijten, inz. van knaagdieren en insecten; de ratten knaagden (aan) het hout; de muizen hebben een gat in de deur geknaagd; de roest knaagt aan het ijzer, vreet in; (fig.) eene aanhoudende en allengs toenemende smartelijke en onaangename gewaarwording veroorzaken: het geweten knaagt aan zijne ziel. KNAGING, v. (-en), het knagen, de knabbeling; inbijting, invreting; (fig.) de knagingen van het geweten, wroegingen, folteringen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk