Gepubliceerd op 13-09-2018

Keuren

betekenis & definitie

KEUREN, (keurde, heeft gekeurd), (veroud.) kiezen;

beoordeelen, onderzoeken goud keuren, onderzoeken ten opzichte van het gehalte;
— levensmiddelen, vleesch keuren, onderzoeken of ze deugdelijk zijn, onschadelijk voor de gezondheid;
— hengsten keuren, paarden keuren, of zij aan de eischen voor een bepaald doel gesteld voldoen;
— wijn keuren, proeven;
— (ook) stempelen ten bewijze dat het gekeurd is goud, dat niet gekeurd is, geene keur heeft;
— (flg.) loven, prijzen, houden voor iets braaf keuren, iets recht keuren, het voor billijk houden. KEURING, v. (-en), het keuren.

< >