Het begrip kanon heeft 2 verschillende betekenissen:
1. kanon - KANON, o. (-nen), grof stuk geschut: een kanon laden, afvuren; een getrokken, een glad kanon (zie getrokken en glad); een kanon vernagelen; als verzamelnaam : het geschut: buiten het bereik van het kanon;
— nu moeten de kanonnen beslissen, de oorlog zal het uitmaken;
— als de kanonnen spreken, in tijd van oorlog. KANONNETJE, o. (-s).
2. kanon - KANON, m. (-s), zie CANON.