Het begrip inzien heeft 2 verschillende betekenissen:
1. inzien - INZIEN, (zag in, heeft ingezien), in iets zien : iedereen kan hier zoo gemakkelijk inzien; mag ik bij u inzien ? in uw boek b. v.;
— doorzien, een blik in iets slaan om den inhoud ervan te kennen : een brief inzien; vergun mij, even die rekening in te zien; als gij die stukken ingezien hebt, zend ze dan aan mij;
— bespeuren, vatten : hij ziet zijne dwalingen niet in; hij begint het in te zien;
— begrijpen, bevatten : ik zie niet in, waarom, dat niet mogelijk is;
— beschouwen als, houden voor : hij ziet de toekomst donker in; de dokter ziet het ernstig in;
— doordringen, onderzoeken: ik heb die zaak niet genoeg ingezien;
— (fig.) verschoonen, door de vingers zien, vergeven, geduld hebben met: ik zal het nog wat met hem inzien;
— wachten, talmen, opschorten, uitstellen: wat zijn besluit betreft, hij zal het liever nog maar wat inzien.
2. inzien - INZIEN, o. meening, inzicht: mijns inziens heeft hij gelijk, naar mijne meening.
