INHUREN, (huurde in, heeft ingehuurd), de huur (van een huis enz.) verlengen; wij hebben weer ingehuurd;
— scherts, gezegd van iem. die op den dood af is geweest en weer beter wordt: hij schijnt weer ingehuurd te hebben; zij heeft hare meid weder voor een jaar ingehuurd. INHURING, v. (-en), huurverlenging.