HOUTAKKER, m. (-s), (w. g.) grond beplant met hoornen, die men later zal vellen;
...APPEL, m. (-s), wilde appel;
...ASCH, v. asch van verbrand hout;
...AZIJN, m. azijn die uit hout wordt gestookt;
...BAAS, m. (...bazen), (gew.) iem. die het akkermaalshout koopt en laat verwerken;
...BEDERVER, m. (-s), kever die het hout vernielt;
...BEITEL, m. (-s), (timm.) kloofbeitel;
...BEITS, v.;
...BEITSEN, o.;
...BEREIDING v. hout door middel van creosoot enz. tegen bederf vrijwaren;
...BIJ, v. (-en), soort van bij: de violette houtbij (xylocopa violacea);
...BIJTER, m. (-s), (Zuidn.) zekere houtkever;
...BLAD, o. (-en), (nat. hist.) zeker struikachtig gewas in Z.-Amerika;
...BLOK, o (-ken) blokvormig stuk hout;
...BLOKSTRATING. v ;
...BONK, m (-en), iem. die op een houtzaagmolen werkt;
...BOK, m. (-ken), (timm.) zaagbok;
...BOORDER, m. (-s), boorschelpdier, paalworm (teredo), houtbij;
...BRANDEN, o. het inbranden van teekeningen in hout door middel van eene viam ;
...BRANDEWIJN, m. uit hout gedistilleerde brandewijn;
...BRIJ, v. voor de bereiding van papier en cellulose;
...BUTOORTJE, o. (-s), (gew.) zekere vogel, de kleine roerdomp (ardea minuta).