HEINEN, (heinde, heeft geheind), (w. g.) een erf afsluiten door eene heining;
— (gew.) de dichtgegroeide heiningslooten schoonmaken en daardoor de landerijen weer van elkaar afscheiden.
Gepubliceerd op 12-09-2018
betekenis & definitie
HEINEN, (heinde, heeft geheind), (w. g.) een erf afsluiten door eene heining;
— (gew.) de dichtgegroeide heiningslooten schoonmaken en daardoor de landerijen weer van elkaar afscheiden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: