Gepubliceerd op 12-09-2018

Heerschap

betekenis & definitie

HEERSCHAP, o. (-pen), (geringschattend) heer, mijnheer: wat denkt zo’n heerschap wel ?; wel heerschap, kunt ge me ook zeggen hoe laat het is ?, (gew.) de personen die boven ons staan, bij wie men dient, meester en meesteres mijn heerschap is niet thuis.