HACHT, m. (-en), brok, goed stuk een hacht brood, spek; (aan boord) een hachtje spek, het rantsoen pekelspek voor één man; hij houdt wel van een goed hachtje, een flink stuk vleesch enz.vgl. HACHJE (2de art.).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk