Gepubliceerd op 06-09-2018

Godsspraak

betekenis & definitie

GODSSPRAAK, v. (...spraken), antwoord, uitspraak vanwege de godheid, orakelspreuk; (ook) het orakel dat antwoord geeft;

— (ook) voorspelling onder goddelijke inspraak, profetie de godsspraken der profeten;
goddelijk bevel: de boeken in wier bladen de hemelsche godsspraken vervat zijn,
— inwendige godsstem de godsspraak in ons binnenste.