GEZAGHEBBER, m. (-s), iem. die met gezag bekleed is (hetzij als hoofd of in ondergeschikte betrekking); inz. titel van een bestuursambtenaar op de West-Indische eilanden;
...VOERDER, m. (-s), iem. die door eene regeering met gezag bekleed is; bevelhebber op een koopvaardijschip, kapitein, schipper.