GEVELDAK, o. (-en), (bouwk.) een dak waarvan de voorzijde opgemetseld is en tot den gevel behoort;
...GRAUW, o. eene soort van helderklinkenden, harden baksteen voor gevels;
...KLINKER, m. (-s), een klinker van gevelgrauw;
...LIJST, v. (-en), lijst langs den gevel van een huis, het onderste gedeelte van de kroonlijst;
...MUUR, m. (...muren).