GELIJKTIJDIG, bn. bw. uit denzelfden tijd gelijktijdige schrijvers, gebeurtenissen, in denzelfden tijd levende, geschiedende;
— (aardk.) gelijktijdige vormingen, in hetzelfde tijdperk ontstaan
— op hetzelfde tijdstip geschiedende: eene gelijktijdige oorlogsverklaring;
— bw. (van tijd) in hetzelfde tijdvak; te gelijkertijd. GELIJKTIJDIGHEID, v.