GEBAKJE, o. (-s), taartje, pasteitje: gebakjes presenteeren; hij had zich de maag bedorven aan gebakjes;
— het is me een gebakje!, ter aanduiding van een lastig of ondeugend kind, een deugniet.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: