Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VOORJAAR
- VOORJAARSBLOEM
- VOORJAGEN
- VOORJARIG
- VOORKAKELEN
- VOORKALF
- VOORKAUWEN
- VOORKENNIS
- VOORKLAPPEN
- VOORKLAUTEREN
- VOORKLIMMEN
- Voorkomen
- VOORKOMEND
- VOORKOOP
- VOORKOOPEN
- VOORKOOPER
- VOORKOPLICHT
- VOORKRIJGEN
- VOORKWARTIER
- VOORLAADKANON
- VOORLAATST
- VOORLADER
- VOORLAND
- VOORLANG
- VOORLAST
- VOORLASTIG
- VOORLATEN
- VOORLEDEN
- VOORLEDER
- VOORLEGGEN
- VOORLEIDEN
- VOORLELLEN
- VOORLEZEN
- VOORLEZER
- VOORLICHTEN
- VOORLICHTER
- VOORLIEFDE
- VOORLIEGEN
- VOORLIGGEN
- VOORLIGGER
- VOORLIJF
- Voorlijk
- VOORLOEF
- VOORLONGROOM
- VOORLOOP
- VOORLOOPEN
- VOORLOOPER
- VOORLOOPIG
- VOORLUIK
- VOORMAALS
- VOORMAAND
- VOORMAKEN
- Voormalen
- VOORMALIG
- VOORMAN
- VOORMARS
- VOORMAST
- VOORMELD
- VOORMETEN
- VOORMIDDAG
- VOORMIDDAGBEURT
- VOORMIDDERNACHT
- VOORMIS
- VOORMOLEN
- VOORN
- VOORNAAIEN
- VOORNAALD
- Voornaam
- VOORNAAMSVERANDERING
- VOORNAAMWOORD
- VOORNACHT
- VOORNAMELIJK
- Voornemen
- VOORNOEMD
- VOORNOEMDE
- VOORNOEN
- VOORONDERSTELD
- VOORONDERSTELLEN
- VOOROORDEEL
- VOOROP
- VOOROPGAAN
- VOOROUDERLIJK
- VOOROUDERS
- VOOROVEN
- VOOROVER
- VOOROVERBUIGEN
- VOOROVERLEDENE
- VOOROVERLIJDEN
- VOOROVERLOOPEN
- VOORPAAL
- VOORPASSEN
- VOORPLAAT
- VOORPOSTENDIENST
- VOORPRATEN
- VOORPREDIKEN
- VOORPREVELEN
- VOORPROEF
- VOORPROEVEN
- VOORPROEVER
- VOORRAAD
