Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie S
- SPEURHOND
- SPEURIG
- SPHEER
- SPHEROÏDAAL
- SPHEROÏDE
- SPHINX
- SPIAUTER
- SPICCATO
- SPICHTIG
- Spie
- SPIEBAND
- SPIEDEN
- SPIEËIND
- SPIEËN
- SPIEGAT
- SPIEGEL
- SPIEGELACHTIG
- SPIEGELAFLEZING
- SPIEGELBLANK
- SPIEGELBOOG
- SPIEGELEN
- SPIEGELERTS
- SPIEGELGLAD
- SPIEGELGLAS
- SPIEGELGRANAAT
- SPIEGELKARPER
- SPIEGELKAST
- SPIEGELLIJST
- SPIEGELMAGAZIJN
- SPIEGELNIEUW
- SPIEGELOTTER
- SPIEGELROG
- SPIEGELRUG
- SPIEGELVISCH
- SPIEGELVLAK
- SPIEKEN
- SPIEMOUW
- Spier
- SPIERACHTIG
- SPIERBEUGEL
- SPIEREN
- SPIERING
- SPIERINGETER
- SPIERKLEI
- SPIERKRACHT
- SPIERLING
- SPIERMAAG
- SPIERNAAKT
- SPIERPEES
- SPIERTALIE
- SPIERVERLAMMING
- SPIERWIT
- SPIERZAK
- SPIES
- SPIESBOK
- SPIESDRAGER
- SPIESGLANS
- SPIESHOUT
- SPIESVORMIG
- SPIETSEN
- SPIEZAK
- SPIJ
- SPIJBELAAR
- SPIJBELEN
- SPIJEN
- SPIJER
- SPIJGAT
- SPIJK
- SPIJKBALSEM
- Spijker
- SPIJKERBAK
- SPIJKERBOOR
- SPIJKEREN
- SPIJKERFABRIEK
- SPIJKERHARD
- SPIJKERHUID
- SPIJKERMAKER
- SPIJKERTJESWEE
- SPIJKERTON
- SPIJKERVAST
- SPIJKERVAT
- SPIJKERVORMIG
- SPIJKERWENTELAAR
- SPIJKIJZER
- SPIJKNARDUS
- SPIJKOLIE
- SPIJL
- SPIJS
- SPIJSBEREIDING
- SPIJSKAART
- SPIJSOFFER
- SPIJSPROEVER
- Spijt
- SPIJTEN
- SPIJTIG
- SPIJZEGEK
- SPIJZEN
- SPIJZIGEN
- SPIKKEL
- SPIKKELACHTIG
