Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie K
- Krang
- Krangkant
- Krangs
- Kranig
- Kranjang
- Krank
- Krankachtig
- Krankbed
- Kranke
- Krankenbewaarder
- Krankheid
- Krankhoofd
- Krankhoofdig
- Krankzinnig
- Krankzinnige
- Krankzinnigenarts
- Krankzinnigengesticht
- Krans
- Kransader
- Kranseling
- Kransen
- Kransijzer
- Kranskruid
- Krant
- Krantenbericht
- Krap
- Krap (2)
- Krap (3)
- Krap (4)
- Krap (5)
- Krapboom
- Krapgeel
- Kraplat
- Krapschuitswijze
- Krapstok
- Krapwortel
- Kras (1)
- Kras (2)
- Kras (3)
- Kras (4)
- Kras (5)
- Krasborstel
- Krasborstelen
- Krasduivels
- Krasgat
- Krasijzer
- Kraskamer
- Krasselaar
- Krasselen
- Krassen
- Krasser
- Krat (1)
- Krat (2)
- Krater
- Kraterbodem
- Krates
- Kraton
- Krats
- Kratswol
- Kratwagen
- Krauw
- Krauwage
- Krauwel
- Krauwen
- Krauwer
- Krauwster
- Krawei
- Kreatuur
- Krediet
- Kredietbank
- Kredietvereeniging
- Kree (1)
- Kree (2)
- Kreeft
- Kreeftachtig
- Kreeftdicht
- Kreeftengang
- Kreeftennat
- Kreeftgarnaal
- Kreeftsbloem
- Kreeftskeerkring
- Kreeftslak
- Kreeftsoog
- Kreeftspin
- Kreeftsschaar
- Kreeftvers
- Kreek
- Kreel
- Kreelen
- Kreen
- Kreet
- Kreeuw
- Kreeuwen
- Kreeuwer
- Kregel
- Kregelig
- Kregelkop
- Kreits
- Kreitsbrief
- Krek