Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie K
- Koopdag
- Koopelijk
- Koopen
- Kooper
- Koopgierig
- Koopgoed
- Koopgraag
- Koopgrage
- Koophandel
- Koopje
- Koopkaart
- Koopkleeren
- Koopkracht
- Kooplust
- Kooplustig
- Koopman
- Koopmannetje
- Koopmansbediende
- Koopmanschap
- Koopmanschappen
- Koopmansgebruik
- Kooppenning
- Koopvaarder
- Koopvaardij
- Koopvaardijbrik
- Koopvaart
- Koopziek
- Koopziekte
- Koopziend
- Koopzuchtig
- Koor
- Kooraanvoerder
- Koorbank
- Koorbisschop
- Koorboek
- Koord
- Koorddansen
- Koorddansersstok
- Koorde
- Koordeken
- Koorden
- Koordendans
- Koordendansen
- Koordendraaier
- Koordewerk
- Koordfabriek
- Koordienst
- Koordirecteur
- Koordworm
- Koorgebed
- Koorgestoelte
- Koorn
- Koornis
- Koorts
- Koortsaanval
- Koortsachtig
- Koortsdag
- Koortsig
- Koortskruiden
- Koortsverdrijvend
- Koortsvermaning
- Koortsverwekkend
- Koortsvrij
- Koortswerend
- Koortswortel
- Koorvenster
- Koos
- Koot
- Kootbaas
- Kootbeen
- Kooten
- Kootgezwel
- Kootlam
- Kootspel
- Koozen
- Koozer
- Koozerij
- Kop
- Kopalhars
- Kopborststuk
- Kopbout
- Kopek
- Koper
- Koperachtig
- Koperader
- Koperdraad
- Koperdrukker
- Koperen
- Kopererts
- Koperhoudend
- Koperig
- Koperkies
- Koperkleurig
- Koperlazuur
- Koperslager
- Koperslak
- Kopervijlsel
- Kopglas
- Kopie
- Kopieboek
