Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie H
- Heksendans
- Heksenkruid
- Heksenkunst
- Heksenmast
- Heksenmeester
- Heksenmelk
- Heksenproces
- Hekserij
- Heksloep
- Heksluiter
- Hekstut
- Hekwielstoomer
- Hel
- Hela
- Helaas
- Helbakje
- Helblauw
- Held
- Heldenarm
- Heldenmoed
- Helder
- Helderen
- Helderheid
- Heldering
- Heldertjes
- Helderziend
- Heldhaftig
- Heldin
- Heldonker
- Helen
- Helenafazantje
- Heler
- Helft
- Helgoed
- Helhond
- Helicon
- Heling
- Heliocentrisch
- Heliochromie
- Heliograaf
- Heliometer
- Helioscoop
- Heliostaat
- Heliotherapie
- Heliotroop
- Heliotropisch
- Heliotypie
- Helium
- Hellebaard
- Hellebot
- Hellebrok
- Helledonker
- Helleensch
- Hellen
- Hellenen
- Hellepijn
- Heller
- Helleschipper
- Hellevaart
- Helleveeg
- Hellig
- Helling
- Hellingbaas
- Hellingbouw
- Hellingen
- Hellingshoek
- Helm
- Helmbeplanting
- Helmbindsel
- Helmbloem
- Helmdraad
- Helmduif
- Helmduiker
- Helmen
- Helmet
- Helmhoed
- Helmkruid
- Helmspits
- Helmstijligen
- Helmstok
- Helmteeken
- Heloot
- Help
- Helpen
- Helper
- Helpzeel
- Helsch
- Helsdeur
- Helt
- Hem
- Hemd
- Hemdbroek
- Hemdekleed
- Hemdeloos
- Hemdenkatoen
- Hemdje-licht op
- Hemdrok
- Hemdsboord
- Hemel
- Hemelaequator
