Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie B
- Broddelwerk
- Brodden
- Brodder
- Brodequin
- Broed
- Broedbij
- Broedei
- Broeden
- Broeder
- Broederband
- Broederdienst
- Broedergemeente
- Broederhaat
- Broederhand
- Broederhuis
- Broederkerk
- Broederliefde
- Broederlijk
- Broedermin
- Broedermoord
- Broederplicht
- Broederschap
- Broederschool
- Broedersdochter
- Broedertje
- Broedertjesbeslag
- Broedertrouw
- Broedhen
- Broedhokje
- Broedkoek
- Broedmachine
- Broedsch
- Broedsel
- Broedtijd
- Broedtoestel
- Broedval
- Broedzak
- Broei
- Broeibak
- Broeien
- Broeierig
- Broeierij
- Broeigans
- Broeiig
- Broeikas
- Broeinest
- Broeiraam
- Broeisch
- Broeisel
- Broeistoof
- Broeiziek
- Broek
- Broekachtig
- Broekbalk
- Broeken
- Broekengoed
- Broekgalg
- Broekhooi
- Broekig
- Broeking
- Broekje
- Broekland
- Broeklint
- Broekman
- Broekmat
- Broeksband
- Broekveer
- Broekzak
- Broekzwaarte
- Broer
- Broes
- Broezen
- Brok
- Brokkelen
- Brokkelig
- Brokkelvloer
- Brokken
- Brokkenhuis
- Broksgewijs
- Broksteen
- Brom
- Brombas
- Brombeer
- Bromberen
- Bromeeren
- Bromium
- Bromkever
- Brommelbezie
- Brommen
- Brommer
- Brommerig
- Brommes
- Brommig
- Brompot
- Bromtol
- Bromvlieg
- Bromwerk
- Bron
- Bronader
- Bronchitis
