Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie B
- Bodder
- Bode
- Bodeambt
- Bodem
- Bodembloemigen
- Bodemboor
- Bodemdraad
- Bodemen
- Bodemerij
- Bodemerijbrief
- Bodemfiltratie
- Bodemfries
- Bodemhamer
- Bodemijzer
- Bodemloos
- Bodemmes
- Bodemplaat
- Bodemschroef
- Bodemstuk
- Bodemtap
- Bodemvervuiling
- Boden
- Bodenbesteder
- Bodenloon
- Bodenloop
- Bodes
- Bodeschap
- Bodgeld
- Body
- Boe
- Boeba
- Boebie
- Boeboer
- Boeddha
- Boeddhabeeld
- Boeddhisme
- Boeddhist
- Boeddhisterij
- Boeddhistisch
- Boede
- Boedeeren
- Boedel
- Boedelafstand
- Boedelceel
- Boedelhouder
- Boedelkamer
- Boedellijst
- Boedelopschrijving
- Boedelverdeeling
- Boedelvereffening
- Boef
- Boefachtig
- Boeffante
- Boefhei
- Boeg
- Boegader
- Boeganker
- Boegen
- Boeggewricht
- Boeghies
- Boeginees
- Boegineesch
- Boegkreupel
- Boegkruisen
- Boegplanken
- Boegseeranker
- Boegseerder
- Boegseeren
- Boegseerlijn
- Boegsel
- Boegslag
- Boegspriet
- Boegstag
- Boeha
- Boehamaker
- Boeheer
- Boei
- Boeianker
- Boeibord
- Boeien
- Boeiend
- Boeier
- Boeigang
- Boeiklamp
- Boeireep
- Boeisel
- Boeitang
- Boek
- Boekaankondiging
- Boekachtig
- Boekanier
- Boekband
- Boekbinden
- Boekbinderij
- Boekbindersgezel
- Boekcel
- Boekdeel
- Boekdruk
- Boekdrukinkt
- Boekdrukken
